top of page
Zoeken

Bavo Dhooge over onze Vlaamse misdaadromans

  • Foto van schrijver: Ann Goossens
    Ann Goossens
  • 1 nov 2016
  • 6 minuten om te lezen

Een tijdje geleden interviewde ik schrijver Bavo Dhooge over onze Vlaamse misdaadromans. Nu met de start van de 80e editie van de Boekenbeurs stel ik met toch enkele vragen bij de Vlaamse thrillers. Zoals: zijn ze een lang leven beschoren? Dit is wat hij mij vertelde…

Enkele van onze Vlaamse misdaadauteurs

 

Waarom ben jij beginnen schrijven? En waarom koos je voor het thrillergenre?

“Ik wist al van mijn vijftiende dat ik schrijver wilde worden om te ontsnappen uit de werkelijkheid en mijn eigen wereld te scheppen en controleren. Zelf noem ik mijn misdaadromans geen thrillers want soms zijn ze niet eens spannend, maar ik hoop wel dat ze een eigen stem hebben. Ik vind het zoveel belangrijker dat een lezer bij de eerste zin de schrijver ervan herkent, dan dat hij een gok doet naar wie ‘het’ gedaan heeft.”

Vindt jij dat de Vlaamse misdaadschrijvers en hun boeken onderbelicht zijn?

“Niet helemaal. Het is een verhaal van alle tijden en het geldt niet alleen voor thrillers, maar ook voor literaire boeken. De top van de piramide is de laatste vijf jaar gewoon heel spits geworden, met slechts een paar grote namen, de Brusselmansen en Aspes. Het is dus niet alleen een probleem dat zich situeert in het misdaadgenre. Ik heb nooit mogen klagen over recensies, prijzen en aandacht in de media. Maar omdat het boekenvak sinds vijf jaar in een diepe crisis verkeert, voel ik wel een verschil. Veel heeft te maken met dat we in een overgangsfase zitten. In 2001 was er een compleet nieuwe golf Vlaamse misdaadschrijvers ontstaan die het gat na de peetvader Jef Geeraerts opvulden zoals Aspe, Deflo, Lauryssens. Ik surfte mee op de golf met het bekende recept: een bekende Vlaamse stad (Gent in mijn geval) een inspecteur en de herkenbare couleur locale die tot eeniedere Vlamings verbeelding sprak. Maar dat gegeven werd al snel een karikatuur op zich (denk aan Witse); Tussen 2000 en 2010 waren er wel 40 Vlaamse misdaadschrijvers, veel te veel. Daarom probeerde ik ook steevast te ontsnappen uit het vaste hokje door andere boeken te schrijven. En zelfs in het hokje van ‘misdaadauteur’ beschouw ik me niet als een doorsnee Vlaams misdaadauteur, maar een schrijver van komische film noirs. Ik weet nog dat ik op de boekenbeurs van 2009 zat te signeren tussen twee andere Vlaamse misdaadauteurs. Stan Lauryssens vatte het toen heel goed samen toen hij ons zag zitten: de eerste wil veel televisie-optredens, de tweede wil veel boeken verkopen en de nieuwe Aspe worden. En de derde wil gewoon veel schrijven.”

“Bovendien is het beeld van de typische Vlaamse misdaadauteur in al die jaren niet veranderd: een oudere, meestal mannelijke zestigplusser, die over een politie-inspecteur schrijft. Waar zitten de jonge veelbelovende schrijvers die, gebruik makend van een eigen stem in combinatie met al dat boeiende materiaal dat uit deze beerput, België geheten, te distilleren valt een nieuwe derde golf kunnen doen ontstaan? Ik zie ze niet. Wel zie ik meer en meer crossovers, literaire auteurs die spanning in hun werk loodsen. Het interne wereldje van de Vlaamse misdaadliteratuur heeft de laatste decennia ook niet veel vernieuwends ondernomen om dat oubollilg patroon te doorbreken. Steeds maar dezelfde twee thrillerprijzen, die je notabene maar één keer in je carrière kan winnen: de Hercule Poirotprijs en de Diamanten Kogel. Ik denk dat elke misdaadschrijver zo ongeveer nu al die prijzen heeft gewonnen, leuk voor hen, maar zo haal je al het bloed uit het genre. Het bloedt dood, om in thrillertermen te blijven. Het blijft heel opvallend dat in het literaire genre veel meer jongere auteurs debuteren. Misschien is het schrijven van een misdaadroman ook een vak dat niet iedereen zomaar onder de knie kan krijgen: een degelijk spannend verhaal opbouwen, een pageturner, en toch nog origineel zijn, het is niet zo eenvoudig als het lijkt. Zelfs Herman Brusselmans kan het niet.”

“Het beeld van de typische Vlaamse misdaadauteur is in al die jaren niet veranderd.”

Wat zou daar een mogelijke reden voor zijn?

“Het overaanbod van Vlaamse thrillers was tussen 2001 en 2010 zo groot dat het genre zichzelf heeft gekannibaliseerd. Bovendien zijn de tijden ook wat veranderd: terwijl men vroeger genoot van de fictieve ontsnapping naar een herkenbaar spannend avontuur onder de lokale kerktoren, een moord bij de buren zeg maar, is de wereld veel groter, dreigender en ook veel dichterbij gekomen; Het terrorisme, de continue dreiging van aanslagen én de steeds duidelijkere aanwezigheid van misdaad in de straat (door sociale media bijvoorbeeld) zorgen ervoor dat de lezer volgens mij minder nood heeft aan dat escapisme en al genoeg herkent. Het is van alle tijden, ik vrees dat er weer een paar jaar zullen moeten overgaan voor een nieuwe generatie misdaadauteurs opstaat die het genre kan vernieuwen en eindelijk op hetzelfde niveau kan brengen als de buitenlandse thrillers: ambitieuze, grote, vuistdikke thrillers die het recht hebben vertaald te worden en waarmee Vlaanderen kan naar buiten komen.”

Hoe moeilijk is het om op te boksen tegen de grote namen zoals Aspe, Coppers, Deflo,…?

“Aartsmoeilijk, dus is het maar beter om daar helemaal niet je ambitie van te maken. Ik heb me al heel snel neergelegd bij de troostende gedachte dat ik voor een heel klein nichepubliek schrijf in een heel nauw subgenre, dat van de komische, satirische misdaadroman (lees: dus geen thriller). Je kan alleen maar zoveel boeken verkopen als bovengenoemde schrijvers als je een reeks schrijft met een vast hoofdpersonage en altijd maar hetzelfde boek schrijft. Daar is niets mis mee, Woody Allen maakt ook altijd hetzelfde soort films, maar ik ben daar eenvoudigweg te wispelturig voor. De fout die veel uitgeverijen maken is trouwens nog altijd proberen meespringen op de trein van een hype, die eigenlijk allang gepasseerd is, in plaats van een andere, lege trein op een ander spoor te nemen. En dat schrijvers onder elkaar collega’s zijn is ook een misvatting, we zijn concurrenten, nu nog meer dan ooit. Ik vrees een beetje dat wie het wil maken geen beroep kan/moet doen op een of andere Vereniging, Collectief of Fonds binnen een uitgeverij.”

“Een spannend verhaal opbouwen, en toch nog origineel zijn, het is niet zo eenvoudig als het lijkt. Zelfs Herman Brusselmans kan het niet.”

Was het moeilijk voor jou om een geschikte uitgeverij te vinden?

“Ik had enorm veel geluk om van mijn tweede boek bij een grote Vlaamse uitgeverij te kunnen beginnen. De timing zat goed, ik had een eerste thriller af die zich afspeelde in een Vlaamse stad, Gent, waar dat concept nog niet was toegepast. Bovendien zorgde de combinatie Spanning & Humor voor een originele benadering die aansloeg waardoor ik meteen een debuutprijs, de Schaduwprijs, kreeg. Vanaf dan ging de bal aan het rollen. Ik moet er wel aan toevoegen dat ik voor mijn debuut in 2001 wel vier jaar tevergeefs heb geprobeerd iets gepubliceerd te krijgen. Ik heb nog steeds de dikke map liggen met alle beleefde weigeringen. Het toppunt was dat ik drie maanden na de publicatie van mijn eerste thriller SMAK nog een brief in de bus kreeg van een andere uitgeverij die het boek helaas niet wilde uitgeven. Om maar te zeggen dat de uitgeverije-business in die tijden een heel logge, trage machine was.”

Is het moeilijker om een misdaadroman dan een roman te schrijven?

“Ja en nee. Een spannende misdaadroman schrijven is niet makkelijk. Je moet je stiel kennen, dat is zoals met scenarioschrijven. Er zijn bepaalde regels die je moet volgen. Ik geef geregeld workshops ‘Hoe schrijf ik een succesvolle thriller?’ Daarin heb ik het over alle truukjes van de foor: opbouw, spanning, cliffhangers, plotpoints, enz. Maar aan het eind zeg ik dan ook altijd: ‘Maar hoe schrijf je een goede thriller?’ Door al die zaken overboord te gooien en origineel uit de hoek te komen. Maar het genre van de misdaadliteratuur leent zich aan de andere kant niet voor veel stilistische vrijheid. Het moet vooral vooruitgaan. In een roman is er veel meer ruimte voor verbeelding en experimenten. Die vrijheid spreekt me eigenlijk meer aan. De misdaadroman is een strak korset waar ik na vijftien jaar niet meer in pas, vrees ik. Ik heb mezelf dan ook voorgenomen om geen misdaadromans meer te schrijven. De Vlaamse thriller is dood, lang leve de thriller! roep ik dan, uitkijkend naar een jong aanstormend talent dat het tegendeel bewijst.”

“De misdaadroman is een strak korset waar ik na vijftien jaar niet meer in pas, vrees ik.”

Schrijver Bavo Dhooge over de Vlaamse misdaadroman

Wie is Bavo Dhooge?

Bavo Dhooge, 1973 geboren in Gent. Na zijn middelbare studies ging hij Film & Televisie studeren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Sinds zijn literaire debuut, “Spaghetti” in 2001, heeft hij in 15 jaar 100 boeken geschreven. Van die 100 boeken zijn er 1/4 misdaadromans, 1/4 literaire romans, 1/4 jeugdboeken en 1/4 kinderboeken. De titels van al die boeken beginnen met de letter ‘S’. Daardoor kreeg hij de bijnaam S-Express. Hij won de Schaduwprijs, de Diamanten Kogel en de Hercule Poirotprijs, en was twee keer genomineerd voor de Gouden Strop. Eyeworks kocht de rechten van zijn thriller ‘Styx’, die vorig jaar ook in de VS verscheen bij de prestigieuze Amerikaanse uitgeverij Simon & Schuster. Lees HIER alles over Bavo en zijn boeken!

Foto Bavo Dhooge © Jules August

Recente blogposts

Alles weergeven

Kommentare


RECENT POSTS:
SEARCH BY TAGS:
  • Twitter Round
  • Pinterest - Black Circle
  • LinkedIn - Black Circle

© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page